Raak vzw test

2024 11 05 vermogensbelasting

Vermogensbelasting Het kan en is noodzakelijk Door Guido Deckers.
Verslag
1.    Waarom een miljonairstaks.
Deze taks slaat op bezittingen die niet bestemd zijn voor zijn beroepsactiviteit. Ze treft  de superrijken, de 1%rijksten  die 47% van de rijkdom bezitten. Hun vermogens stijgen sneller naarmate ze groter zijn en ook sneller dan het gemiddeld inkomen. De eigenaars van die vermogens worden daardoor niet alleen materieel rijker, maar ook machtiger en invloedrijker Het verschil met andere burgers is zo extreem geworden dat er geen rationele en ethische uitleg meer voor is.  Het is een bedreiging voor het  goed fusioneren van de samenleving. Het belasten van hun vermogen  is noodzakelijk om  inkomsten van  overheid mee laten stijgen met de stijgende uitgaven ten gevolge van de hedendaagse uitdagingen.

2.    Vermogensbelasting is niet nieuw  
In ons land werd na kort na de oorlog,  onder druk van de crisissituatie,  een. vermogensbelasting geheven.  
Kort na de Tweede Wereldoorlog moesten de miljonairs in de VS 94 procent belasting betalen op elke dollar die ze verdienen boven de 200.000 dollar.
Zitten we vandaag ook niet in een crisissituatie ( ongelijkheid, oorlogen, milieucrisis) die zo een belasting vvppr de superrijken verantwoordt?
Voorbeeld Frankrijk werd uitvoerig beschreven.  Meer en meer hoor je stemmen op economen en wetenschappers die  een pleidooi houden voor die belasting.

3.    De vermogensbelastingen en de overheidsinkomsten.
De inkomsten van de overheid bestaan uit, in volgorde van grootte: sociale zekerheidsbijdrage, personenbelasting, BTW, vermogensbelasting.
De bijdragen voor sociale zekerheid  zijn in oorsprong  een deel van het loon, uitgesteld loon. Men is die bijdragen anders gaan benoemen  als sociale bijdrage, als sociale last. Vandaag zijn het Patronale lasten, waardoor men aangeeft dat de patroon de werkgever, deze betaalt  waar ze in feite een deel van het loon zijn.
De vermogensbelasting is in verhouding met de andere  inkomsten slechts een klein deel.  Door de vermogens meer te belasten kunnen de andere vormen van belastingen verlagen (taxshift).

4.    Die opbrengst van en vermogensbelasting..
Daze hangt af: van de grootte van het geraamd vermogen en de wijze van belasten. Werkt men met één tarief  of  progressieve tarieven op basis van de hoogte van het vermogen.
Een ander bepalende element zijn de schattingen van de mogelijke reacties. Een van die reacties is het gebruik van bestaande achterpoortjes zoals allerhande aftrekposten. In 2011 bedroeg de opbrengst van de bestaande vermogensbelasting in Frankrijk 4,3 mld. Dit is weinig voor zo een groot land. Indien men echter  de achterpoortjes zou sluiten zou dat 32,1 mld zijn.
Over de opbrengsten van de vermogensbelastingen zijn de meningen erg verdeeld. Een mogelijke verklaring ligt in de hierboven aangehaalde elementen.

5.    Voorstellen in België.
    a.    De rijkentaks van de PVDA
  1. Basis.n het nieuwe voorstel van miljonairstaks wordt de drempel voor het belastbare vermogen vast op 5 miljoen euro. Met andere woorden, de belasting treft alleen vermogens die hoger zijn dan 5 miljoen euro en laat alle vermogens lager dan 5 miljoen euro ongemoeid.  Voor de berekening van het vermogen worden alle onroerende, roerende en financiële bezittingen opgeteld. Hiervan worden de schulden afgetrokken.
  2.    Belastingtarief
    1. Op netto vermogens tussen de 5 en de 10 miljoen euro: 2 procent .
    2. Op net het vermogens boven de 10 miljoen euro:  3 procent.
  3. Opbrengst: netto 8 mld. Volgens het planbureau 3,8 mld
    b.    De Grauwe een eenmalige progressieve belasting:
  1.  Basis: vermogen van de 5% rijksten
  2.  Tarieven
    1.   1 procent op vermogenstussen1 en 10 miljoen;
    2.   2 procent op vermogenstussen10 en 100 miljoen;
    3.   3 procent op vermogenstussen100 miljoenen 1 miljard;
    4.   4 procent op vermogensboven1 miljard.
  3.  Opbrengst 10 miljard euro.
    c.    ACV
  1.  Basis: Een vermogensbelasting op het netto vermogen, eigen woning niet inbegrepen en de grenzen tellen per persoon
  2.  Tarief
    1.  1 % op de eerste schijf van 1.000.000 tot 1.500.000.
    2.  1,25% van 1.500.000 tot 2.000.000.
    3.  1,5% op alles daarboven.
  3.  Opbrengst: minstens 5 miljard euro.
    d.    PS
  1. Basis: Iedereen die 1,25 miljoen euro heeft naast zijn hoofdwoning en bezittingen die bestemd zijn voor zijn beroepsactiviteit.
  2. Tarief : een progressieve belasting op:
    1. 0,40% voor het deel tussen 0 en 1,25 miljoen euro;
    2. 0,80% voor het deel tussen 1,25 en 2,5 miljoen
    3. 1,20% voor het deel tussen 2,5 en 5 miljoen euro;
    4. 1,50% voor het deel dat de 5 miljoen euro overschrijdt
    e.    GROEN
  1. Basis vanaf 2,5 miljoen euro aan totaal vermogen.
  2. Tarieven:
    1. 0,40 procent tussen 2,5 en 5 miljoen;
    2. 0,80 procent tussen 5 en 10 miljoen;
    3. 1,20 procent op het deel boven 10 miljoen.
  3. Opbrengst: 1 miljard euro
6.    Argumenten tegen de vermogensbelasting weerlegd.
    a.    Argument 1: een vermogensbelasting zal zorgen dat de vermogenden het land verlaten.
        Studies uitgevoerd in België, Frankrijk, Denemarken wijzen uit dat dit heel beperkt blijft, bv voor Denemarken 0,01%
    b.    Argument 2: het is onbegonnen werk om de waarde van je vermogen te bepalen.
        Waardering van bezittingen in ons land is al een gangbare praktijk. BV  alle vennootschappen jaarlijks hun bezittingen waarderen bij het opmaken van hun balans.
    c.    Argument 3: het vermogen in België wordt al op verschillende manieren belast.
    In België gaat het over: roerende voorheffing: onroerende voorheffing: successie- en registratierechten.  Het gaat over inkomsten uit vermogen en overdrachten, niet op het vermogen zelf!
    d.    Argument 4: het vermogen wordt in ons land al zwaar belast.
        Het totale netto vermogen van de Belgische gezinnen wordt geschat op 2.852 miljard euro. De heffingen op het vermogen bedragen  22 miljard (Roerende voorheffing, onroerende voorheffing inclusief de opbrengst van de opcentiemen), successie en registratierechten). Dit is gemiddelde belastingdruk:22 miljard / 2.852 miljard x 100 = 0,7 procent.
    e.    Argument 5: een vermogensbelasting kan je niet invoeren zonder vermogenskadaster.
        Het vermogenskadaster is geen noodzakelijke voorwaarde voor de invoering van de vermogensbelasting. Het is een ‘aangiftebelasting’. De betrokken personen geven zelf de belasting aan.  Een vermogenskadaster is alleen maar een hulp om de controle te vergemakkelijken.  De Belgische overheid heeft al veel gegevens, maar ze zijn nog verspreid over verschillende databanken.  Als we al deze bronnen met elkaar verbinden, hebben we de start van een vermogenskadaster
    f.    Argument 6: de vermogensbelasting werd in veel landen afgeschaft.
        Tot aan de neoliberale vloedgolf in de jaren 1980 was het belasten van de rijken in veel landen een evidentie. In de jaren zijn die afgevoerd. Binnen Europa hebben enkel Spanje, Noorwegen en Zwitserland nog een vermogensbelasting.
    g.    Argument 7: we hebben al vermogensbelastingen.
        Het vermogen belasten of de inkomsten uit vermogen belasten; dat zijn twee verschillende dingen. Een vermogensbelasting bestaat niet in België. Een vermogenswinstbelasting wel.
    h.    Argument 8: een vermogensbelasting schaadt de economie.
        Onderzoek in Frankrijk wijst uit dat de vermogensbelasting geen  vertraging van de groei meebrengt en de de afschaffing ervan leidt tot hoger dividenden.
     i.    Argument 9: een vermogensbelasting invoeren is duur.
            De speciale dienst “Grote vermogens” die moet worden opgericht, is courant in andere landen.
            Dankzij de vooruitgang in computertechnieken wordt het innen van een vermogensbelasting na verloop van tijd goedkoper en efficiënter. De opbrengsten zijn groter dan e kosten
    j.    Argument 10: in België is de ongelijkheid kleiner dan in de andere landen van Europa.
        Volgens recente  de cijfers klopt dit niet.
    k.    Argument 11: een vermogensbelasting is een dubbele belasting
        De echte grote vermogens komen doorgaans niet van looninkomsten, maar van inkomsten uit kapitaal %) dat veel minder belast worden dan inkomsten uit arbeid.
7.     Conclusie
    a.    Vermogensbelang: het kan! Dot blijkt uit
        i.    Het verleden
        ii.   De toepassing in andere landen
        iii.  Het beperkt aantal negatieve gevolgen
    b.    Het is noodzakelijk: het evenwicht op de begroting tot stand brengen zA onder een vermogensbelastingen leidt, zoals  blijkt bij de huidige regeringsonderhandeling,  tot afbraak op sociaal vlak.
    c.    Vermogensbelasting  
        i.    moet  progressief zijn of effectief te zijn.
        ii.   is slechts één element in de oplossing

Lid of vrijwilliger worden?

Doe je mee?

Raak-lid zijn, da's niet alleen een agenda vol leuke en boeiende activiteiten in je buurt. Het is ook je buren leren kennen, nieuwe vrienden maken, regelmatig kortingen en voordelen krijgen en 6 keer per jaar een boeiend magazine in je bus.

Zin in meer?

Geen Raak zonder duizenden vrijwilligers die het beste van zichzelf geven. Zin om de handen uit de mouwen te steken in je lokale Raak, of om zelf je buren samen te brengen? Fantastisch! Laat het ons weten en dan nemen we snel contact met je op.

OK